Klimaat- en Energieverkenning toont spectaculaire ontwikkeling elektriciteitssysteem

Voor de ontwikkeling van duurzame energie is de KEV goed nieuws, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde Klimaat- en Energieverkenning (KEV).

“Voor de lange termijn is de ontwikkeling met recht spectaculair te noemen. Met een stijging van het aandeel hernieuwbare elektriciteit van 15% in 2018, naar 74% in 2030, gaan we de ambities uit het Klimaatakkoord voor 2030 ruimschoots halen”, zegt Medy van der Laan, voorzitter van Energie-Nederland. “De energiesector is dus zichtbaar de motor van de energietransitie, waardoor Nederland in 2030 een door zon en wind gedomineerd elektriciteitssysteem heeft dat voor meer dan twee derde van de productie zorgt, en centrales die vooral draaien als het minder waait of de zon minder schijnt.”

Het goede nieuws van de KEV is verder ook dat de afspraken uit het Klimaatakkoord meer CO2-reductie opleveren dan gedacht. Tegelijk is er sprake van hogere economische groei en andere brandstofprijzen. Daarom blijft het uiteindelijke resultaat wat achter bij wat nodig is om het doel van 49% reductie in 2030 te halen. “We hebben in het Klimaatakkoord duidelijke afspraken gemaakt hoe we met tegenvallers omgaan. Elke twee jaar passen we het akkoord aan en elke vijf jaar doen we een grote evaluatie. In 2021 zullen we dus kijken wat nodig is om bij te sturen. We zijn er op tijd bij om dat verstandig voor 2030 voor te bereiden. Dat geeft vertrouwen dat we op koers blijven.”

Transitie gebouwde omgeving wordt zichtbaar, maar verdient versterking
Ook voor de gebouwde omgeving laat de KEV zien dat de transitie zichtbaar wordt. Het gemiddelde gasgebruik van woningen in Nederland blijft dalen: van 1260 m3 nu naar ruim 900 m3 in 2030. Bewoners wekken in 2030 meer dan een derde van hun stroomverbruik zelf op met zonnepanelen. Warmtepompen nemen fors toe en bereiken een marktaandeel van 22% in 2030. Stadswarmte zal in 2030 voor meer dan de helft uit duurzame bronnen afkomstig zijn. Al met al duidelijke tekenen van verandering. Desondanks blijft het effect van alle afspraken uit het Klimaatakkoord wat achter bij de beoogde CO2-reductie. “Om de afspraken binnen bereik te brengen is aandacht voor het verlagen van de kosten nodig en effectieve, financiële ondersteuningsmaatregelen. De verduurzaming van warmtebronnen voor warmtenetten vraagt een enorme organisatiekracht van de warmtebedrijven.”

Doelen 2020 blijven achter, maar voldoende in de pijplijn
De KEV laat zien dat Nederland achterblijft bij de doelen voor 2020. Voor CO2 kan Nederland nog in de buurt komen als de ontwikkelingen gunstig uitpakken en het kabinet de voorgenomen extra maatregelen neemt. Bij duurzame energie lijkt de achterstand moeilijk voor 2020 in te halen. Het goede nieuws is dat de afgesproken 16% voor 2023 wel binnen bereik is. Er zitten voldoende projecten hiervoor in de pijplijn. Energie-Nederland vindt het een goede zaak dat het kabinet volgend jaar een extra SDE-ronde inzet om projecten uit deze pijplijn te benutten. Dat biedt ook mogelijkheden om vertragingen door de stikstofcrisis en ontoereikende netwerkcapaciteit enigszins op te vangen.

Meer informatie over de Klimaat- en Ergieverkenning