‘Het uiteindelijke akkoord is niet voor alle partijen helemaal ‘top’’

Den Haag, 28 september 2018 –
PBL en CPB presenteren analyse van het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord.
Foto:Phil Nijhuis
De energiebranche is volop in transitie. Elke maand spreken we prominenten uit het energieveld over hun visie op de sector en de energietransitie. Dit keer praten we met Pieter Boot, Hoofd sector Klimaat, Lucht en Energie bij het Planbureau voor de Leefomgeving over de analyse van het Hoofdlijnen Klimaatakkoord dat het PBL heeft uitgebracht.
De reacties op de analyse die PBL heeft gemaakt lijken nogal uiteen te lopen. Sommigen zeggen: ‘Mooi, de plannen tellen op tot 49%!’ Anderen zeggen juist: ‘Zie, het klimaatakkoord is allemaal veel te vaag!’ Hoe kijkt u daar naar?
‘Nou ik denk dat wij die reacties zelf hebben uitgelokt. We noemen in onze analyse namelijk ook beide zaken. Dat het allebei gezegd wordt is een conclusie van onze analyse. Ik sta zelf meer aan de positieve kant van het spectrum. Het feit dat je samen hebt verklaard waar je als land naartoe wilt met het klimaat is een groot goed. Kijk naar de landen om ons heen. Velen hebben niet zo’n helder beeld waar ze in 2030 willen staan.
Helemaal niemand maakt de vergelijking met het buitenland op dit moment. Als je dan kijkt wat er nu allemaal is besloten, dat was vier jaar geleden nog niet denkbaar. We hebben bijvoorbeeld vastgesteld dat ‘wind op zee’ ons elektriciteitsmotortje wordt. Daar hadden we zeven jaar geleden nog niet van durven dromen. Maar er is een kanttekening bij het optimisme: het moeilijkste komt nog. De komende twee maanden zullen uitwijzen hoezeer men elkaars hand echt vasthoudt. Het komt er nu op aan om concreet te gaan worden over de uitvoering van de plannen. Ik kan allerlei dingen verzinnen waar mensen zich mogelijk tegen gaan verzetten.’
De grote groei van duurzame elektriciteit is een heel belangrijke maatregel voor de CO2-reductie. De ambitie van de elektriciteitstafel is dat de kosten sterk dalen. Jullie plaatsen daar een waarschuwing. Kun je dat toelichten? Wat kan de tafel doen om risico’s weg te nemen?
‘Neem als voorbeeld de berekeningen rond windenergie. Omgerekend wil de elektriciteitstafel de kosten in 2030 met 40 tot 50 procent teruggebracht hebben. Dan denk ik: ja, als je de ervaringen van de laatste paar jaar doortrekt kom je wellicht op dat percentage uit. Vooral wind op zee is de afgelopen jaren goedkoper geworden. Maar als je die cijfers zomaar doortrekt dan laat je je misschien voor de gek houden door het recente verleden. Acht jaar gelden was de wind op zee in 10 jaar tijd niet goedkoper geworden. Nu hebben we de afgelopen 10 jaar gezien dat het wel kan. Maar het is een fluctuerende markt.
Het is dus vrij onzeker hoeveel het precies goedkoper zal worden in 2030. Wij hebben voor onze analyse in de internationale literatuur gekeken. We hebben een mooi artikel gevonden van een brede groep experts in windenergie. Deze experts zeggen dat een kostenreductie tussen de 0 en 40 procent mogelijk is, met een gemiddelde van 27 procent. Dan is de ambitie van 40 tot 50 procent reductie dus hoog. En wees je er van bewust dat Nederland in deze markt niet de bepalende factor is. Wij zijn maar een van de partijen in de internationale sfeer. Wij hebben het niet voor het zeggen.
Met beleid kan je wel een duwtje in de goede richting geven. We zouden bijvoorbeeld nog beter met de landen rond de Noordzee kunnen afstemmen wanneer we met tenders aan de slag gaan. Dat helpt enorm. Wanneer alle 5 de Noordzeelanden afstemmen wanneer de tenders plaatsvinden en je weet dat er een beperkt aantal grote partijen is die daarmee actief zijn, dan weten die partijen allemaal dat ze een aantal tenders kunnen winnen. Met die kennis in hun achterhoofd kunnen ze investeringen doen. We moeten het makkelijker maken voor bedrijven om kostenreductie te realiseren.’
Een ander aandachtspunt bij elektriciteit is de samenhang met het buitenland. De analyse zegt dat de resultaten “inherent onzeker” zijn. Wat betekent dit voor de gesprekken aan de Elektriciteitstafel?
‘Dat moet men zelf bepalen. De resultaten zijn inherent onzeker. Ik kan dat gegeven niet veranderen. We weten niet wat bijvoorbeeld Duitsland in 2030 gaat doen. Ik denk dat het belangrijk is om met de ons omringende landen intensief contact te houden. In december komt er in Duitsland een advies van hun Kolencommissie. Die commissie zal zich uitspreken of en wanneer bepaalde bruinkool- of steenkoolcentrales gesloten kunnen worden. Totdat die commissie een uitspraak doet en de Duitse regering daarop heeft gereageerd weten we niet wat ze gaan doen.
Toch is het goed om elkaar scherp in de gaten te houden. Elkaar op de hoogte houden is het eerste wat zinvol is. En wat ook zinvol is, is om analyses te delen met instellingen in andere landen. Het is goed om opgedane kennis te vergelijken. Met kennis kun je samenwerken. Eigenlijk moet op alle niveaus de communicatie open zijn. Als overheid kun je een studieagenda maken. Duitsland en Frankrijk hebben al zo’n gezamenlijke agenda. Nederland kan voorstellen ook mee te doen.’
Volgens de analyse zou de inzet van groen gas niet echt nodig zijn om het CO2-doel in de gebouwde omgeving te halen. Wat betekent die analyse voor de komende gesprekken aan tafel?
‘Er is niet aangegeven hoe de duurzame gassen geproduceerd gaan worden, dus konden wij dit niet meerekenen.. Wij zeggen: denk er nou goed over na hoe je het aanbod biomassa gaat vergroten. Meerdere tafels leggen een claim op biomassa. En het aanbod van duurzame biomassa is schaars. Wij adviseren verder om vast te stellen op welke plekken geen alternatieven zijn voor groen gas en het vooral daar te gebruiken. Het vliegverkeer en de internationale scheepvaart maken nu bijvoorbeeld geen deel uit van het akkoord.
Als je er aan denkt waar je de grootste winsten kunt maken met gas uit biomassa dan kom je waarschijnlijk bij het vliegverkeer uit. Wij denken dat het groene gas niet de eerste optie is in de gebouwde omgeving. Daar heb je veel alternatieven. In de gebouwde omgeving is het zinvol eerst die alternatieven zo goed mogelijk uit te werken en dan is het groene gas een restpost voor de plaatsen waar het niet anders kan. Ik denk overigens dat de tafel gebouwde omgeving dat niet echt anders ziet.’
Tot slot: het kabinet is nu aan zet om een reactie te geven op de analyse. We hopen op keuzes waarmee iedereen verder kan. Jullie analyse geeft echter ook aan dat de puzzel in sommige gevallen heel complex is. Kan dat ook betekenen dat er in het komend akkoord wordt afgesproken sommige zaken nog nader uit te werken?
‘Ja. Ik denk dat dat onvermijdelijk is. Een stevig akkoord bestaat uit een aantal onderdelen. Een deel bestaat uit vastgesteld en voorgenomen beleid. Dat zijn beleidsactiviteiten die je concreet gaat doen. Dat is makkelijker voor iets wat in 2020 of 2025 gerealiseerd moet zijn. Je kunt op de middellange termijn wel inschatten met welke aspecten je rekening moet houden. Een voorbeeld hiervan is de SDE+ tot en met 2025. Ik snap die ondersteuning voor hernieuwbare energie voor de komende 8 jaar. Welk beleid er daarna heel precies gaat komen weten we nog niet. En dat hoeft ook nog niet. Het is wel belangrijk af te spreken wanneer er een alternatief instrument moet liggen voor na 2025. De invulling hoeft nu nog niet uitgewerkt te zijn.
Wanneer zo’n afspraak er is kunnen wij daar berekeningen mee maken. We brengen dan bijvoorbeeld in kaart wat de kostendaling is die wij reëel achten en we zien hoeveel geld er voor uitgetrokken wordt of welke andere vormen van ondersteuning overwogen worden. Dat wordt een schatting van het potentieel. Dat hebben we in 2013 voor het Energieakkoord ook zo gedaan. Ook kijken we of er een sterke borgingscommissie is die echt gaat controleren en agenderen. Als dat er is heb je vertrouwen in mogelijke oplossingen. Die oplossingen zullen soms ook uit de markt komen. Ik sluit alleen niet uit dat de energiebedrijven een paar stevige zaken in moeten slikken. Het uiteindelijke akkoord wordt iets dat niet voor alle partijen helemaal ‘top’ is. Ik kan wel een paar dingen bedenken waar enkele partijen van kunnen denken “nou, nou, nou, dat hadden we graag anders gezien”. Ik hoop alleen, in het belang van de transitie en van het land, dat iedereen ook bereid is concessies te doen.’

Verplicht publiek eigendom warmtenetten vertraagt warmtetransitie
20 oktober 2022
Reactie Energie-Nederland op Kamerbrief over Wcw 15 juli 2022
18 juli 2022
ACM moet tarieven afleversets warmte 2020 aanpassen na beroep van Energie-Nederland
5 mei 2022
Hogere warmtetarieven in 2022 door hogere energieprijzen
23 december 2021
Rendement warmtebedrijven daalt door forse investeringen in de warmtetransitie
8 december 2021
Vol inzetten op verdere verduurzaming gebouwde omgeving
22 juni 2021
Actieagenda: 5 acties om nu vol in te zetten op de laagdrempelige energietransitie in de gebouwde omgeving
4 juni 2021
Transitie krijgt nieuwe energie met de inzet van jong talent
3 juni 2021
Medy van der Laan te gast bij Leaders in Wonen.
19 mei 2021
Rubriek verkiezingen: 4 vragen over energie aan politieke partijen. Deze keer aan… Henri Bontenbal (CDA)
11 maart 2021
Rubriek verkiezingen: 4 vragen over energie aan politieke partijen. Deze keer aan… Joris Thijssen (PvdA)
9 maart 2021