SER: biomassa noodzakelijk voor het realiseren van de doelen Klimaatakkoord 2030

Energie-Nederland ziet het SER-advies, naast het PBL-rapport, als een belangrijke tussenstap naar een breed duurzaamheidskader voor biomassa. Die bieden goede aankno­pings­pun­ten voor het verder doorontwikkelen van een verantwoorde inzet van duurzame biomassa in de transitie naar een CO2-neutrale en circulaire economie in 2050.

Voor Energie-Nederland is cruciaal dat, zoals de SER ook schrijft, dat afbouw van subsidies voor biomassa voor warmte pas mogelijk is als er duurzame alternatieven daadwerkelijk beschikbaar zijn. Verder van belang:

• Biomassa moet duurzaam zijn, ongeacht de toepassing. Het rapport bevestigt dat voor energie­toe­passingen, zoals voor warmte voor woningen en elektriciteitsvoorziening, al de meeste duurzaamheids­voor­waarden gelden. Deze duurzaamheids­voor­waarden moeten dus verbreed worden naar alle toepassingen van biomassa.
• Het SER-rapport bevestigt, in lijn met het recente PBL-rapport[1] en met studies van het IPCC, dat biomassa voor energie opwekking cruciaal is voor het halen van de klimaatdoelstellingen, als alternatief voor fossiele brandstoffen.
• Over biomassa voor energietoepassingen zegt de SER:
  • De inzet van biomassa voor warmte in de gebouwde omgeving is nodig zolang er geen andere betaalbare duurzame alternatieven in voldoende mate beschikbaar zijn. Even­tu­ele afbouw van sub­sidies kan als er daadwerkelijk duurzame, rendabele alternatieven beschikbaar zijn (zoals onder meer geothermie), zodat de doe­len uit het Klimaatakkoord in de gebouwde omgeving worden gereali­seerd.
  • De inzet van biomassa (vast of gasvormig) voor flexibel vermogen, piekwarmte en het verwarmen van oude stadskernen blijft mogelijk langer een pijler in een betrouwbare energievoorziening. Er is immers nog onvoldoende zicht op de ontwikkeling van alter­natieven om biomassa daarvoor uit te sluiten.
• Biomassa voor energietoepassingen draagt bij aan het ontwikkelen van goede cascadering. Energietoepassingen kunnen helpen om de groei van volumes voor andere (nieuwe) toepas­sin­gen op gang te brengen. Ook kan het verbranden van reststromen die overblijven bij bio-raffi­na­ge, een extra inkomstenstroom opleveren, wat de de bio-raffinage eerder rendabel maakt.
• Goed dat aandacht besteed wordt aan schone lucht. Dat vinden de energiebedrijven ook be­lang­rijk. De grotere centrales hebben al zeer lage emissies vanwege de strenge eisen. Voor de kleinere centrales zullen de emissievoorwaarden aangescherpt worden.

Energie-Nederland merkt wel op dat er breed onjuiste beelden bestaan dat biomassa niet zou bijdra­gen aan het realiseren van de doelen van het Klimaatakkoord en dat het niet duurzaam zou zijn. Die beelden vinden geen basis in het SER-advies of het PBL-rapport. Het risico is dat die beelden ertoe leiden dat sub­sidies die nodig zijn om de doelen van het Klimaatakkord te halen, te snel worden afgebouwd.

Energie-Nederland vraagt de Nederlandse overheid de randvoorwaarden te scheppen voor een ver­antwoorde inzet van duurzame biomassa in de transitie naar een CO2-neutrale en circulaire econo­mie in 2050. Gegeven de onjuiste beelden die breed in de maatschappij leven, is het ook van belang dat stakeholders, zeker ook de overheid, het bredere publiek goed  blijven informe­ren over de feiten en over de keuzes die nodig zijn voor die transitie.