Eindverbruikers

In Nederland wordt er intensief gewerkt aan een duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar energielandschap. Eindverbruikers in de energiemarkt, zoals grootverbruikers en kleinverbruikers (consumenten en klein mkb), spelen een essentiële rol bij het verminderen van hun energieverbruik en het verduurzamen van hun energievoorziening. Door inzicht te krijgen in het energieverbruik van eindverbruikers en de voortgang van verduurzaming, kunnen gerichte maatregelen worden genomen om de energietransitie te versnellen. Op deze pagina vindt u waardevolle informatie over wie klein- en grootverbruikers zijn en hoe hun verbruik eruitziet.

 

Verandering in eindverbruik per sector (in PJ) – Bron: CBS

Eindverbruik per sector 2021 (in PJ) – Bron: CBS

Wie zijn de eindverbruikers?

De Nederlandse industrie is verantwoordelijk voor 30% van het eindverbruik van elektriciteit. In 2021 verbruikte de industriële sector 550 PJ en is daarmee de grootste eindverbruiker van het land. Woningen en vervoer volgen met respectievelijk 425 PJ (24%) en 385 PJ (22%). Dienstverlening is samen met afval en water verantwoordelijk voor 270 PJ (15%) van het finaal energieverbruik. Landbouw tot slot verbruikte 165 PJ (9%). 

De industrie blijft de koploper wat betreft eindverbruik. Tussen 1995 en 2010 is het industriële eindverbruik slechts één jaar onder de 600 PJ gezakt. Echter neemt het eindverbruik van de industrie al jaren af tot een historisch minimum sinds 1990. Bij woningen, de tweede grootste eindverbruikers, is dezelfde trend waar te nemen. Het eindverbruik van vervoer bleef tot 2010 stijgen en bereikte een hoogtepunt van 500 PJ in 2008. Sindsdien is dit geleidelijk gedaald naar de huidige 385 PJ. Het eindverbruik van dienstverlening is over de jaren juist toegenomen, van 213 PJ in 1990 tot meer dan 300 PJ tussen 2010 en 2015. Het eindverbruik bij de landbouw blijft redelijk stabiel, tussen de 150 en 200 PJ.

Verandering in energiemix industrie (in PJ) – Bron: CBS

Energiemix industrie 2021 (in PJ) – Bron: CBS

Hoe ziet het verbruik van de industrie eruit?

De sector industrie maakt als grootste eindverbruiker in Nederland gebruik van een mix van energetische bronnen om haar activiteiten uit te voeren. De grootste componenten hiervan zijn gas, warmte, elektriciteit en olie. Met 170 PJ bestaat ongeveer een derde van het industriële eindverbruik uit aardgas. In de laatste decennia is het industrieel eindverbruik van aardgas fors afgenomen van ongeveer 220 PJ in de jaren ‘90 naar een minimum van 155 PJ in 2009. Na aardgas was warmte lang de tweede belangrijkste component van de industriële energiemix. Het verbruik hiervan steeg tussen 1990 en 2005 van 120 PJ naar 175 PJ, voordat het een sterke afname meemaakte. Nu telt warmte voor minder dan 100 PJ mee. Zo is warmte nu de kleinste van de vier grote componenten. Elektriciteit heeft ook een vergelijkbare trend gezien, met continue groei tot 150 PJ in 2008 en vervolgens een daling naar de huidige 125 PJ. Aardolie daarentegen, heeft als voormalige minst belangrijke bron inmiddels elektriciteit en warmte ingehaald. Het eindverbruik van aardolie is langzaam gestegen van 100 PJ in 1990 en draagt nu als bron met 130 PJ (24%) bij aan het totale eindverbruik. Dat maakt de industrie voor minstens 56% afhankelijk van fossiele brandstoffen.

Verandering in energiemix woningen (in PJ) – Bron: CBS

Wat verbruiken we thuis?

Woningen zijn de tweede grootste eindverbruikers in Nederland. De energiemix voor het verbruik wordt gedomineerd door aardgas. Ondanks een stevige daling sinds de piek van 470 PJ in 1996, is aardgas in 2021 met nog 300 PJ (71%) de belangrijkste energiebron voor het eindverbruik van woningen. De overige 29% bestaat uit 82 PJ aan elektriciteit (19%), 25 PJ aan hernieuwbare (6%) en 13 PJ aan warmte (3%).  

Het grootste deel van het aardgas wordt verbruikt om woningen te verwarmen. De 6% hernieuwbare bestaat voornamelijk uit biomassa, zonnewarmte en warmtepompen die als verwarmingsinstrumenten dienen. De 3% warmte onderscheidt zich van de overige bronnen. Dit heeft namelijk alleen betrekking op de directe levering van warm water en stoom, zoals bij warmtenetten.

Verandering in energiemix diensten, afval en water (in PJ) – Bron: CBS

Wat verbruikt de dienstensector?

De sector diensten maakt gebruik van een unieke mix van energiebronnen. De vraag naar elektriciteit in deze sector is de afgelopen jaren stevig toegenomen. In 2021 was elektriciteit goed voor 130 PJ (48%) van het totale energieverbruik. Dit is een verdubbeling ten opzichte van de 67 PJ van 1990. Aardgas nam 110 PJ (41%) van het energieverbruik voor z’n rekening. Het verbruik van aardgas in de dienstensector neemt langzaam af. Het resterende verbruik van 30 PJ (11%) voor deze sector werd redelijk gelijk verdeeld tussen aardolie, hernieuwbare en warmte.