Op naar een kwalitatieve Wcw #5 | Geen zicht op voldoende publieke middelen voor tientallen miljarden publieke investeringen

Momenteel behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet collectieve warmte (Wcw). Deze wet moet de uitrol van warmtenetten versnellen en is belangrijk voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving. Energie-Nederland is blij dat de behandeling van de Wcw nu op de agenda staat, maar vindt wel een aantal verbeterpunten noodzakelijk in het wetsvoorstel. Op zes maandagen lichten wij in de serie ‘Op naar een kwalitatieve Wcw’ zes punten uit. Vandaag punt vijf: Geen zicht op voldoende publieke middelen voor tientallen miljarden publieke investeringen. 

Zonder structurele publieke financiering geen grootschalige warmtetransitie 
Een toekomstbestendig collectief warmtesysteem vraagt forse investeringen in warmte-infrastructuur. Alleen al de aanleg van deze infrastructuur vergt volgens onderzoeksbureau Greenvis (2022) circa € 35,5 miljard tot 2050. Daarbovenop komt de mogelijke uitkoop van drie grote warmtebedrijven, waarvoor verkenner Frans Rooijers een bedrag van twee tot drie miljard voorziet. De totale publieke investeringsbehoefte loopt daarmee al op tot bijna veertig miljard euro. 
 
Onrealistische veronderstelling 
De verwachting van het ministerie is dat private partijen bereid zullen zijn om tot vijftig procent te financieren. Die veronderstelling is echter onrealistisch, zo blijkt uit de recente analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in april 2025. Hierin wordt expliciet gesteld, dat de voorgestelde bescherming van het private minderheidsbelang ontoereikend is om risico’s voor private investeerders afdoende te beheersen. 

Publieke sector blijft grotendeels verantwoordelijk voor financiering 
Zonder betere bescherming van het private belang en met een onrealistisch beeld van de investeringsbereidheid blijft de publieke sector grotendeels verantwoordelijk voor de financiering. De huidige instrumenten die de minister noemt, zoals de Nationale Deelneming Warmte en het Waarborgfonds Warmte, zijn daarvoor onvoldoende. De beschikbare middelen uit het Klimaatfonds zijn bovendien beperkt, onder voorbehoud en slechts beschikbaar tot 2030. 

Energie-Nederland bepleit realisme en duidelijkheid 
Energie-Nederland pleit daarom voor realisme en duidelijkheid: er moet helder zicht komen op de totale publieke financieringsbehoefte. Daarbij kan niet worden uitgegaan van vijftig procent private cofinanciering. Alleen als dit financiële fundament op orde is, kan de warmtetransitie daadwerkelijk van de grond komen.

Gerelateerd nieuws