Duurzaam energiesysteem
Energiemarkt
Eindverbruikers
Kleinverbruikers
Standpunt kleinverbruikers
- Noodfonds
- energietarieven elektriciteit & gas algemeen
- opbouw energierekening
- prijsplafond kleinverbruikers 2023 en margetoets
- prijsplafond 2024
- contracten
- contracten met een vaste prijs en een vaste looptijd
- contracten met een variabele prijs
- contracten met dynamische prijzen
- opzegvergoeding
- afsluitbeleid
- aankondigingstermijn tariefswijzigingen
- salderingsregeling
- tarieven warmte
- Noodfonds
- energietarieven elektriciteit & gas algemeen
- opbouw energierekening
- prijsplafond kleinverbruikers 2023 en margetoets
- prijsplafond 2024
- contracten
- contracten met een vaste prijs en een vaste looptijd
- contracten met een variabele prijs
- contracten met dynamische prijzen
- opzegvergoeding
- afsluitbeleid
- aankondigingstermijn tariefswijzigingen
- salderingsregeling
- tarieven warmte
Standpunt Noodfonds
Standpunt Energietarieven elektriciteit & gas (algemeen)
1. Energietarieven elektriciteit & gas (algemeen)
Hoge energieprijzen
De groothandelsmarkt voor energie werkt zoals elke markt: vraag en aanbod bepalen de prijs. Kijken we bijvoorbeeld naar de woningmarkt, dan zien we dat de prijzen omhoogschoten vanwege het beperkte woningaanbod en de hoge vraag. De prijzen staan niet meer direct in relatie tot de bouwkosten die ooit zijn gemaakt. Voor energie geldt hetzelfde. Door het niet meer gebruiken van Russisch gas, daalde het aanbod terwijl de vraag overeind bleef. De prijzen zijn daardoor gestegen. Wereldwijd bieden bedrijven tegen elkaar op om het schaarse gas in te kopen dat nog beschikbaar is. Dit is vooral problematisch voor de lagere en middeninkomens. Energie-Nederland heeft er altijd voor gepleit dat de meest kwetsbare mensen moeten worden gecompenseerd met een inkomensgerichte maatregel.
De enige manier om kosten structureel te verlagen, is minder energie gebruiken. Energiebesparing kan bijvoorbeeld door isolatie of warmtepompen. Of door versneld over te stappen naar hernieuwbare energie zoals zonnepanelen en windturbines. Ook kan het aanbod worden vergroot, bijvoorbeeld door onze importcapaciteit van vloeibaar aardgas te verhogen. Het draagt allemaal bij aan een verlaging van de kosten.
1.1 Opbouw energierekening
Energie-Nederland pleit voor een overzichtelijke energierekening voor de consument. Op een overzichtelijke rekening staat begrijpelijke informatie die consumenten helpt om beslissingen te nemen over hun energieverbruik, het soort contract, de leverancier, etc.
De energierekening bestaat uit leveringskosten, netbeheerkosten, belastingen & overheidsheffingen en overige kosten. Leveringskosten verschillen per leverancier. Ze bestaan uit variabele verbruikskosten en vaste kosten. De netbeheerkosten zijn de kosten voor de aansluiting en het transport van elektriciteit en gas. Deze worden door de leverancier afgedragen aan de netbeheerder. De belastingen & overheidsheffingen worden geheven door de overheid, die ook de hoogte hiervan vaststelt. Dit betreft de energiebelasting op basis van energieverbruik en de btw. De leverancier draagt deze bedragen af aan de overheid. Daarnaast kunnen er ook kosten zijn voor overige producten en diensten, zoals administratiekosten of kortingen. Voor een voorbeeld van de opbouw van de energierekening, zie ook: https://www.consumentenbond.nl/energie-vergelijken/energierekening.
1.2 Prijsplafond kleinverbruikers 2023 (en margetoets)
Energie-Nederland is tevreden dat het is gelukt om per 1 januari 2023 een prijsplafond in te voeren voor kleinverbruikers. Hiermee worden huishoudens geholpen om hun energierekening te kunnen betalen. Dit voorkomt betalingsachterstanden en het oplopen ervan. De rijksoverheid heeft energieleveranciers gevraagd om een prijsplafond in te voeren. Daarbij geldt wel een beperking van de brutomarge voor het volume waarop korting wordt gegeven.
Energie-Nederland begrijpt dat er vragen zijn over de manier waarop de compensatie berekend wordt voor het doorgeven van de korting. Misbruik moet hoe dan ook onmogelijk zijn. De Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en accountants houden hier op verschillende manieren toezicht op.
Energie-Nederland wijst erop dat energiebedrijven een marge nodig hebben om tegenvallers uit het verleden en de toekomst op te vangen. Ook moeten ze investeringen kunnen doen voor de energietransitie. De branchevereniging hoopt dat de huidige afspraken hierover niet belemmerend uitpakken.
Aangezien de energieprijzen naar verwachting ook na 2023 hoog zijn, roept de sector het Rijk op om tijdig andere maatregelen voor te bereiden. Compensatie kan dan na 2023 gerichter plaatsvinden.
1.3 Prijsplafond 2024
Ondanks de daling van de gasprijzen, is de prijs van energie nog steeds hoog vergeleken met een paar jaar geleden. Ondanks dat bieden steeds meer energiebedrijven variabele contracten aan met prijzen ónder het prijsplafond.
Deze tarieven van het prijsplafond voor heel 2023 zijn inclusief belastingen:
- € 0,40 per kWh elektriciteit
- € 1,45 per m3 gas
- € 47,38 per GJ stadswarmte
De verwachting is dat de energieprijzen ook na 2023 hoog zijn. Energie-Nederland roept het Rijk daarom op om tijdig andere maatregelen voor te bereiden om na 2023 compensatie meer gericht te laten plaatsvinden. Energie-Nederland is geen voorstander van een voortzetting van het prijsplafond in 2024. De branchevereniging vindt dat er alleen een regeling moet komen voor de doelgroep die compensatie nodig heeft. Dit betreft huishoudens met lagere inkomens, eventueel in combinatie met een (relatief) hoog energieverbruik.
Energieleveranciers hebben vanzelfsprekend geen inkomensgegevens en horen ook geen beschikking te krijgen over dit soort gevoelige persoonsgegevens. Energie-Nederland wil niet meewerken aan generieke maatregelen zoals een prijsplafond. Wij steunen dus geen invoering van een sociaal tarief, zoals in België.
Standpunt Contracten
1. Contracten
Er zijn grofweg drie mogelijkheden om prijzen met een energieleverancier af te spreken. Dat zijn een vaste, een variabele of een dynamisch prijs. Bij een vaste prijs spreek je ook een vaste looptijd af. Welk type contract het beste is, hangt af van de behoefte en de omstandigheden van de consument.
Energie-Nederland is voor vrije marktwerking. Dit betekent dat onze leden moeten kunnen inspelen op de behoefte van hun klanten. Energieleveranciers blijven zich altijd inspannen om nieuwe klanten te werven en om bestaande klanten te behouden. Het resultaat hiervan is betere kwaliteit en lagere kosten.
1.1 Contracten met een vaste prijs en een vaste looptijd
Met dit contract komen de leverancier en de klant een vaste prijs per kWh of m3 overeen voor een vaste looptijd, vaak 1 jaar, 2 jaar of 3 jaar. Soms wordt zelfs een looptijd van 5 jaar aangeboden.
Een vaste prijs geldt alleen voor de kWh of m3 en niet voor de belastingen, overheidsheffingen en de netwerkkosten. Wijzigingen door de overheid en de netbeheerders worden wel aan de klant doorberekend, meestal per 1 januari van een kalenderjaar wanneer deze tarieven worden gewijzigd. Ook de vaste kosten van de leverancier zouden kunnen wijzigen.
De prijs vastleggen voor een langere periode heeft voordelen en nadelen. Het voordeel is dat je weet waar je aan toe bent wat de prijs per kWh of m3 betreft en dat de stijging van deze prijzen voor jou geen effect hebben gedurende de looptijd van je contract. Een nadeel is dat als deze prijzen dalen, je dit effect ook niet terugziet.
Energie-Nederland is van mening dat klanten de afgesproken looptijd respecteren en pas na het einde daarvan zich weer oriënteren op een nieuw contract. De opzegvergoeding die per 1 juni 2023 is aangepast, geeft leveranciers de zekerheid dat zij geen verlies hoeven te lijden op reeds ingekochte energie voor de looptijd van deze contracten.
1.2 Contracten met een variabele prijs
Met dit contract komen de leverancier en de klant overeen dat de prijs per kWh of m3 om de zoveel tijd kan worden gewijzigd. Wanneer de prijs wijzigt, wordt in het contract afgesproken. Dat kan per halfjaar (op 1 januari en op 1 juli), maar ook per kwartaal of zelfs per maand. De nieuwe prijs wordt tijdig met de klant gecommuniceerd en de klant kan op dat moment ervoor kiezen om naar een ander contract over te stappen. Op andere momenten is het contract met een opzegtermijn van (meestal) 30 dagen op te zeggen.
De variabele prijs geldt alleen voor de kWh of m3 en niet voor de belastingen, overheidsheffingen en de netwerkkosten. Wijzigingen door de overheid en de netbeheerders worden wel aan de klant doorberekend, meestal per 1 januari van een kalenderjaar wanneer deze tarieven worden gewijzigd. Ook de vaste kosten van de leverancier zouden kunnen wijzigen.
Een variabele prijs heeft voordelen en nadelen. Het voordeel is dat de prijs zich snel aan kan passen aan de omstandigheden in de markt. Een prijsdaling op de groothandelsmarkt zie je sneller in de prijs terug. Ook ben je flexibeler in het overstappen naar een ander contract. Een nadeel is dat als deze prijzen stijgen, je dit effect ook sneller terugziet.
Energie-Nederland ziet wel degelijk een rol voor een dergelijke contract in de markt. Voor veel consumenten is dit een goed alternatief voor contracten met een vaste looptijd.
1.3 Contracten met dynamische prijzen
Met dit contract komen de leverancier en de klant overeen dat de prijzen per kWh of m3 per uur c.q. per dag worden gebaseerd op de spotmarkt (day ahead market). De klant betaalt deze prijzen aan de leverancier met een kleine opslag per kWh of m3. Je weet de prijzen van de komende dag de middag ervoor.
Over het algemeen wordt het verbruik meteen maandelijks afgerekend waardoor de maandelijkse kosten verschillen en een seizoenpatroon kennen. Het contract is met een opzegtermijn van (meestal) 30 dagen op te zeggen.
De dynamische uurprijs of dagprijs geldt alleen voor de kWh of m3 en niet voor de belastingen, overheidsheffingen en de netwerkkosten. Wijzigingen door de overheid en de netbeheerders worden wel aan de klant doorberekend, meestal per 1 januari van een kalenderjaar wanneer deze tarieven worden gewijzigd. Ook de vaste kosten van de leverancier zouden kunnen wijzigen.
Een dynamische prijs heeft voordelen en nadelen. Het voordeel is dat je direct de prijs op de spotmarkt (met een kleine toeslag) betaalt. Met dynamische prijzen kun je je verbruik aanpassen aan de prijs van het moment. Hiermee kun je je energiekosten directer beïnvloeden. Ook ben je flexibeler in het overstappen naar een ander contract. Een nadeel is dat dynamische prijzen flink kunnen fluctueren. Is de prijs – tijdelijk – heel hoog en je kunt je verbruik niet aanpassen, dan heb je voor die periode hogere kosten.
Energie-Nederland ziet voordelen voor een dergelijke contract wanneer klanten met name een hoog elektriciteitsverbruik kennen en dat ook kunnen sturen. Consumenten kunnen hiermee een bijdrage leveren aan het in de markt opnemen van volatiele duurzaam opgewekte elektriciteit.
1.4 Opzegvergoeding
Nieuwe opzegvergoeding per 1 juni 2023
Energie-Nederland is tevreden dat er een nieuwe redelijke opzegvergoeding komt en dat deze op een marktconforme wijze vastgesteld wordt. Het betreft hier situaties van een contractbreuk waarbij contracten met een vaste looptijd voortijdig worden verbroken. De risico’s voor energieleveranciers in de huidige marktomstandigheden nemen hierdoor af. De branchevereniging heeft hier al langer voor gepleit.
De nieuwe wijze van berekenen geeft energieleveranciers meer zekerheid. Daarnaast wordt het aanbieden van vaste prijscontracten weer mogelijk. Dat vindt Energie-Nederland een goede ontwikkeling. Ook vanwege de onzekerheid over sterke stijging en/of daling van prijzen op de groothandelsmarkt. En datzelfde geldt voor de financiële zekerheden die worden gevraagd bij de inkoop voor de langere termijn.
Het voorstel van ACM sluit overigens aan bij Europese regelgeving. Deze moet in Nederland nog wel in wetgeving worden overgenomen, waarbij moet worden uitgegaan van een vergoeding van het economisch verlies.
Evengoed maken de huidige stabielere prijsontwikkeling op de groothandelsmarkten het voor energieleveranciers nu al mogelijk om voorzichtig weer vaste prijscontracten aan te bieden.
Consumentenbescherming moet ook bij de opzegvergoeding goed geregeld zijn. Daarom vinden ACM en energieleveranciers dat klanten niet verrast mogen worden door een opzegvergoeding die ze moeten betalen zodra het vaste prijs contract voortijdig wordt beëindigd zonder dat ze eerst opzeggen. Zodra een nieuw contract is afgesloten, meldt de nieuwe leverancier direct de voorgenomen overstap bij de huidige leverancier. De huidige leverancier kan de klant dan binnen de wettelijke bedenktermijn van 14 dagen informeren over de consequenties van het voortijdig beëindigen van het vaste prijs contract. De klant kan de overstap dan altijd heroverwegen. Zorgvuldigheid bij de uitvoering hiervan staat bij energieleveranciers voorop. Daarom wordt de opzegvergoeding uiterlijk 1 juni 2023 aangepast.
1.5 Afsluitbeleid
Nieuw afsluitbeleid per 1 april 2023
Energie-Nederland benadrukt dat energieleveranciers zich inspannen om klanten zo goed mogelijk te helpen. Meerdere pogingen om contact te leggen met de klant en waar nodig een betalingsregeling af te spreken, zijn daar vanzelfsprekend onderdeel van. Energie-Nederland kan zich daarom uitstekend vinden in de wijzigingen van de regels zoals die nu zijn vastgesteld.
Standpunt Aankondigingstermijn tariefswijzigingen
Advies 30 dagen termijn bij prijswijzigingen
In de wet is vastgelegd dat voor consumenten een opzegtermijn van maximaal 30 dagen geldt. Door de ACM wordt deze termijn van 30 dagen nu doorgetrokken voor een aankondiging van een tariefswijziging door de energieleverancier. Dat is echter niet in de wet is vastgelegd. Bovendien kunnen klanten bij een dergelijke aankondiging direct overstappen als zij dat willen.
Energie-Nederland heeft met verbazing kennisgenomen van het standpunt van de ACM over de aankondigingstermijn voor de tariefswijzigingen bij een overeenkomst met flexibele prijzen. De branchevereniging betreurt de maatschappelijke onrust die hierover is ontstaan.
Standpunt Salderingsregeling
Energie-Nederland is voorstander van de afbouw van de salderingsregeling. Met deze regeling wordt het verbruik van kleinverbruikers verrekend met stroom die zij terugleveren aan het net. De salderingsregeling staat een juiste waardering van (opgewekte) elektriciteit in de weg. Bovendien is het oneerlijk. De kosten van de regeling komen namelijk ook terecht bij consumenten die geen energie opwekken. Bovendien frustreert salderen ten eerste het maximaal zelf verbruiken of opslaan van de opgewekte elektriciteit. Ten tweede zit het de vraagsturing (demand respons) in de weg die zowel in de markt als voor een optimale benuttig van het netwerk gewenst is. Met elektriciteitsprijzen die waarschijnlijk hoog blijven, is er geen reden om het salderen van de ingevoede elektriciteit te handhaven.
We zijn voorstander van de salderingsregeling en tegelijkertijd is Energie-Nederland het vanaf begin af aan oneens met de afbouwsystematiek zoals die is aangegeven in het wetvoorstel van EZK. Die systematiek is niet in lijn met de uitkomst van het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het besluit om met de salderingsregeling te stoppen. Volgens de resultaten van dit onderzoek, zou in plaats van salderen een vergoeding moeten komen voor teruggeleverde elektriciteit. Het is vervolgens deze vergoeding die wordt afgebouwd.
Tegen alle adviezen in heeft EZK ervoor gekozen het salderen te handhaven en in de loop der jaren af te bouwen. Tot aan 2030 levert dit onleesbare energienota’s op. Er moet namelijk worden gewerkt met percentages van gemeten teruglevering. Dat maakt het voor klanten onmogelijk om de volumes op basis van meterstanden te herkennen.
Standpunt Tarieven Warmte
Warmtebedrijven stellen hun tarieven ten eerste vast op basis van hun kosten. Ten tweede doen ze dat aan de hand van de vastgestelde maximumtarieven van de ACM. Deze maximumtarieven zijn gebaseerd op het Niet-Meer-Dan-Anders (NMDA) principe. De ACM ziet toe op deze tarieven. Enerzijds gebeurt dat door het stellen van een maximumtarief en anderzijds door de rendementstoets.
De afgelopen jaren zitten warmtebedrijven gemiddeld onder het maximumtarief van de ACM. Daarnaast zijn de rendementen die behaald worden in de warmtesector beperkt sinds de start van de rendementsmonitor van ACM. Dit betekent dat de warmtebedrijven al invulling geven aan het kostprijs-plus model, zoals aangekondigd in de nieuwe Wet collectieve warmte.
Energie-Nederland is voorstander van het loslaten van het NMDA-principe en moedigt het overstappen naar tariefregulering op basis van kostprijs aan. Voor een zorgvuldige overgang is een aantal zaken van belang:
- Het kostprijs-plus model moet net als het NMDA-principe worden verdeeld in een vastrecht en een gebruiksafhankelijk deel. De vaste kosten moeten zoveel mogelijk terugkomen in het vastrecht. De variabele kosten moeten in het gebruiksafhankelijke deel terugkomen.
- De rendementstoets geeft de ACM de bevoegdheid om in te grijpen op tarieven bij overrendementen. Deze toets is het belangrijkste sturingsinstrument van de toezichthouder om redelijke tarieven over de middellange termijn te borgen. De maximumtarieven van de ACM zijn juist bedoeld om redelijke tarieven op de kortere termijn te borgen.
- Ook al wordt de gasreferentie in de tariefregulering losgelaten, de ontwikkelingen in de gasprijzen blijven een rol spelen voor de warmtetarieven. Ook bij invoering van het kostprijs-plus model is er samenhang tussen de gereguleerde maximumtarieven en de gas- en elektriciteitsprijzen.
- Het redelijke rendement dat warmtebedrijven maximaal mogen behalen op hun geïnvesteerde vermogen, moet een goede reflectie zijn van de risico’s van de warmtesector. Zo blijven investeringen in de warmtetransitie mogelijk en kunnen bedrijven hun bedrijfsvoering op een gezonde manier uitoefenen.