Reactie Energie-Nederland analyse verkiezingsprogramma’s PBL

De energie en klimaat doorrekening van de verkiezingsprogramma’s is door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gepresenteerd op 8 november jl.. De participerende partijen, VVD, GroenLinks-PvdA, D66, ChristenUnie en Volt, stellen grotendeels dezelfde doelen maar leggen verschillende accenten in het benodigde beleid. Energie-Nederland heeft naar relevante onderwerpen gekeken en wat deze voor de energietransitie betekenen. 

CO2-reductie 
De verschillen in CO2-reductie tussen de partijen lijken op het eerste gezicht groot, uiteenlopend van 46% tot 65% in 2030. Echter, de uitkomsten liggen dichter bij elkaar wanneer je deze corrigeert voor de elektriciteitsproductie die door de meest vergaande plannen wordt verplaatst naar het buitenland. Dit onderstreept volgens Energie-Nederland de noodzaak om nieuwe plannen van het kabinet kritisch te toetsen om te zien of het mondiale klimaat ook verbetert. Zo leidt de recent vastgestelde beperking van de inputvrijstelling voor gascentrales tot verschuiving naar minder schone elektriciteitsimport. 

CO2 vrij regelbaar vermogen & netcongestie  
Alle vijf partijen nemen het doel over uit de Voorjaarsbesluitvorming Klimaat en het Nationaal Plan Energiesysteem om in 2035 een 100 procent CO2-neutrale elektriciteitssector te realiseren. D66 wil dit bijvoorbeeld bereiken door een bijmengverplichting te introduceren voor waterstof in gascentrales vanaf 2031. Daarnaast moet er meer zekerheid voor Wind op Zee en waterstof komen en daarom willen de ChristenUnie en GL/PvdA Power Purchase Agreements en/of (Two Sided) Contracts for Differences (CfD’s) stimuleren. Het PBL liet wel weten dat bij alle partijen de voorgenomen maatregelen onvoldoende zijn om een CO2 vrij elektriciteitssysteem te realiseren in 2035. De partijen zijn allemaal actief bezig om netcongestie te verhelpen. Zo wil de VVD de mogelijkheid om groepscontracten af te sluiten introduceren en stelt de ChristenUnie verlaagde nettarieven voor opslag voor.  

Biomassa en Carbon Capture and Storage 
De vijf partijen zijn verdeeld over de rol van biomassa in het toekomstige energiesysteem. GL/PvdA wil de subsidies voor biomassa z.s.m. stopzetten. De VVD stelt daarentegen dat de energiesector een biomassa- centrale met CO2 afvang in 2030 kan realiseren zonder subsidies. GL/PvdA wil een plafond voor Carbon Capture and Storage (CCS) instellen, terwijl de VVD en ChristenUnie daarentegen extra subsidies voor CCS vrijmaken. Om de klimaatdoelen te halen is alles nodig, daarom benadrukt Energie-Nederland dat we niet de luxe hebben om technologieën bij voorbaat af te wijzen of te limiteren. 

Verduurzaming Industrie 
Het huidige EU-ETS systeem zorgt voor een sterke afname in de Europese emissies. Partijen willen deze trend versnellen door middel van prijsprikkels, normering en subsidies. GL/PvdA, D66 en Volt pleiten daarom (het liefst in Europees verband) om te kijken welke productie nog in Nederland of elders in Europa moet plaatsvinden. Deze drie partijen zijn ook voor een aanscherping van de CO2-heffing.  VVD en de ChristenUnie willen een weglekeffect (productie en de daarbij behorende emissies verplaatsen zich naar het buitenland) voorkomen door een ontheffing van de hogere CO2-heffing indien bedrijven knelpunten hebben bij de verduurzaming, zoals een overbelast elektriciteitsnet.  

Gebouwde Omgeving 
Alle vijf partijen willen een verduurzaming van de gebouwde omgeving maar verschillen in het tempo waarin ze dat zien plaatsvinden, de rol van groen gas en de eigendomssituatie voor warmtenetten. Volt en GL/PvdA stellen het ambitieuze doel om in 2040 een klimaatneutrale gebouwde omgeving te realiseren. D66 houdt de mogelijkheid open om na 2040 nog te kunnen compenseren voor emissies in de gebouwde omgeving. De VVD en ChristenUnie voorzien dat meer tijd nodig is om de gebouwde omgeving klimaatneutraal te maken. Het PBL geeft aan dat de doelstelling van 2040 de benodigde verplichting en flankerend beleid mist om te worden behaald.  

Energiebelasting 
Er is geen eenduidig beleid uitgetekend voor de energiebelasting op elektriciteit en aardgas. D66 en GL/PvdA willen dat de belasting op aardgas relatief zwaarder wordt dan op elektriciteit om elektrificatie te stimuleren. Elektriciteit wordt bij Volt juist zwaarder belast. Energie-Nederland benadrukt het belang om elektriciteit niet zwaarder te belasten dan gas. Dat maakt elektrificatie namelijk minder aantrekkelijk.  

Tot slot 
Energie-Nederland is positief over de ambitieuze doelstellingen van de partijen en de concretisering van hun verkiezingsprogramma’s door middel van de PBL-doorrekening. Een aantal zaken verdienen echter nog veel aandacht om de doelen te behalen. Zo moeten een volgend kabinet en Tweede Kamer kritisch kijken wat voor mogelijke weglekeffecten de maatregelen hebben waardoor emissies wereldwijd niet afnemen of zelfs toenemen. Tevens moet voldoende flankerend beleid worden uitgewerkt om zekerheden te bieden aan waterstof producenten en afnemers.  

Gerelateerd nieuws